Hernieuwd vormgeven van gebitselementen met composiet na gebitselementtransplantatie in het front

Medische voorgeschiedenis

Na een val in het zwembad in 2000 en een totale luxatie van de twee centrale snijtanden 11 en 21 (beide gebitselementen zijn bij de val verloren gegaan), werden de elementen 34 en 44 getransplanteerd naar regio 11 en 21. Zeven jaar later kwam de patiënt, die tot dan toe tevreden was geweest met de restauratie, op consult voor verdere restauratie van de getransplanteerde premolaren. Parallel werd een orthodontische behandeling uitgevoerd met regelmatige röntgenologische controle van de regio 11/21. Het apicale gebied van de getransplanteerde premolaren vertoonde geen opvallendheden, er waren geen aanwijzingen van wortelresorptie.

Planning van de behandeling

Na evaluatie van de klinische en röntgenologische bevindingen werd gepland om de getransplanteerde premolaren 34 en 44 minimaal invasief om te vormen tot centrale snijtanden. Andere behandelalternatieven, zoals het vervaardigen van volledig keramische facings en het uitvoeren van een chirurgische kroonverlenging (vestibulair) om de gingivale lijn te harmoniseren, werden door de patiënt afgewezen vanwege de invasiviteit.

Behandelingsverloop

Eerst werd er een wax-up (afb. 2) gemaakt om de patiënt te informeren over de verschillende behandelopties en om het verwachte verlies aan substantie als gevolg van de preparatiemaatregelen te beoordelen.

Met behulp van een siliconensleutel op basis van de wax-up werd er vervolgens een intraorale mock-up gemaakt met behulp van een provisorisch kunststofmateriaal, om zo het latere behandelresultaat te visualiseren. Vanwege de dikte van de wax-up en de opstelling van de getransplanteerde premolaren in de tandboog werd met de patiënt, die zeer tevreden was over de mock-up, afgesproken om de restauratie in vestibulaire richting slanker vorm te geven.

De gebitselementen werden vervolgens gereinigd met fluoridevrije profylaxepasta. Daarna werd de kleurtint gekozen. ESTELITE SIGMA QUICK (Tokuyama Dental) werd gebruikt als composietsysteem. Dit systeem bevat een extra-opaak dentinemateriaal, kleurtint OPA2, dat werd gebruikt om de incisale dentinekern op te bouwen die niet door hard gebitsweefsel wordt ondersteund. De volgende kleuren werden gebruikt: OPA2, OA2, OA3 (dentinemassa’s), A2, A3 (glazuurmassa’s), CE (Clear Enamel, effectmassa voor translucente effecten), OPA2 (vloeiend). Het glazuuroppervlak van de getransplanteerde premolaren werd minimaal invasief opgeruwd met een fineerdiamantinstrument en vervolgens gedurende 30 seconden geconditioneerd met 37% orthofosforzuur (Conditioner 36, Dentsply, Konstanz) en adhesief voorbehandeld (Heliobond, Ivoclar Vivadent, Ellwangen). Met behulp van een siliconensleutel werd de achterwand nu opgebouwd uit het vloeiende materiaal in de kleurtint OPA2, met een dunne laagdikte. De verschillende dentinematerialen werden vervolgens in meerdere lagen gemodelleerd: OPA2 als opake kern, OA3 cervicaal en OA2 incisaal. Ter hoogte van de incisale rand werd een ca. 1 mm breed gebied vrijgelaten, dat werd opgevuld met een dunne laag effectmateriaal (CE). Een zeer dunne laag OA2 werd direct op de incisale rand aangebracht om het ‘halo-effect’ te bereiken. De dentinekern werd vervolgens afgedekt met lagen glazuurmaterialen (A2 incisaal, A3 cervicaal).
Na het polijsten werden de gebitselementen gefluorideerd (Biflourid, VOCO, Cuxhaven).

De volgende afbeeldingen tonen de restauraties bij de vervolgafspraken na 4 weken, 4,5 maand en 14 maanden.

Na afloop van de behandeling werden om de 6 maanden follow-upsessies afgesproken met de patiënt.

Epicrisis en discussie

De gepresenteerde casus betreft het opnieuw vormgeven van twee premolaren na autogene transplantatie van gebitselementen na een anterieur trauma, waarbij beide centrale incisieven volledig geluxeerd waren en niet beschikbaar waren voor replantatie, omdat ze niet meer gevonden konden worden.

Met betrekking tot de vormgeving van getransplanteerde premolaren in frontelementen zijn er individuele casusverslagen beschikbaar, waarin als behandeling zowel composietrestauraties als volledig keramische veneers werden vervaardigd voor het opnieuw vormgeven van de gebitselementen.

In dit geval werden op verzoek van de patiënt minimaal invasieve composietrestauraties vervaardigd, na te zijn geïnformeerd over de verschillende procedures. De achterwand werd met behulp van een siliconensleutel na een eerdere wax-up opgebouwd uit een zeer dunne laag vloeiend composietmateriaal. Aangezien de occlusale contacten zich in het gebied van het harde gebitsweefsel bevinden, bleek deze procedure uitvoerbaar.

De patiënte is tevreden met het behaalde behandelresultaat. Tijdens de observatieperiode van 14 maanden waren er geen aanwijzingen dat de restauratie faalde.

Auteur:

Prof. dr. Anne-Katrin Lührs
Senior-tandheelkundige aan de kliniek voor conservatieve tandheelkunde, parodontologie en preventieve tandheelkunde, Medizinische Hochschule Hannover (directeur: prof. dr. W. Geurtsen)

Carl-Neuberg-Str. 1
D-30625 Hannover
Tel.: 0049 (0)511 5324815
https://www.mhh.de/kliniken-der-mhh/klinik-fuer-zahnerhaltung-parodontologie-und-praeventivzahnmedizin